Het woord "perder" in het Portugees is een werkwoord.
/fɛr'dʒɛr/
"Perder" betekent "verliezen" in het Nederlands. Het wordt veel gebruikt in zowel gesproken als geschreven Portugees. Dit werkwoord wordt regelmatig gebruikt in dagelijkse conversaties en komt ook veel voor in geschreven teksten.
"Perder" wordt vaak gebruikt in verschillende Portugese idiomatische uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden: 1. Perder a cabeça (het hoofd verliezen) - overstuur raken. 2. Perder a paciência (geduld verliezen) - boos worden. 3. Perder o controle (controle verliezen) - de controle verliezen over een situatie. 4. Perder o fio à meada (de draad kwijtraken) - de rode lijn kwijtraken in een gesprek of situatie. 5. Perder a voz (de stem verliezen) - niet meer kunnen praten.
"Perder" komt van het Latijnse werkwoord "perdere" wat ook "verliezen" betekent.
Synoniemen: - Extraviar - Desgarrar
Antoniemen: - Ganhar - Encontrar