sair (portugees) - betekenis, definitie, vertaling, uitspraak

Woordsoort

Het woord "sair" is een werkwoord in het Portugees.

Fonemische transcriptie

De fonemische transcriptie van "sair" in het Internationaal Fonetisch Alfabet is /sajɾ/.

Betekenissen en Gebruik

"Sair" heeft verschillende betekenissen in het Portugees, waaronder "vertrekken", "uitgaan" of "verlaten". Het wordt vaak gebruikt in zowel gesproken als geschreven context. Het woord wordt frequent gebruikt in dagelijkse conversaties in het Portugees en speelt een belangrijke rol in zinnen waarin acties van vertrek, uitgaan of verlaten worden beschreven.

Verbale Vervoegingen

Hier zijn de verschillende vervoegingen van "sair" in de drie hoofdtijden van de Portugese werkwoorden:

• Tegenwoordige tijd:
• ik vertrek: eu saio
• jij vertrekt: tu sais
• hij/zij/het vertrekt: ele/ela sai
• wij vertrekken: nós saímos
• jullie vertrekken: vós saís

• zij vertrekken: eles/elas saem

• Verleden tijd:

• ik vertrok: eu saí
• jij vertrok: tu saíste
• hij/zij/het vertrok: ele/ela saiu
• wij vertrokken: nós saímos
• jullie vertrokken: vós saístes

• zij vertrokken: eles/elas saíram

• Toekomende tijd:

• ik zal vertrekken: eu sairei
• jij zal vertrekken: tu sairás
• hij/zij/het zal vertrekken: ele/ela sairá
• wij zullen vertrekken: nós sairemos
• jullie zullen vertrekken: vós saireis
• zij zullen vertrekken: eles/elas sairão

Voorbeeldzinnen

1. Eu vou sair mais cedo hoje. (Ik zal vroeger vertrekken vandaag.)
2. Eles saíram para jantar. (Zij zijn vertrokken om te gaan eten.)

Idiomatische Uitdrukkingen

"Sair fora" (lett.: naar buiten gaan) wordt gebruikt om aan te geven dat iemand ontsnapt aan een lastige situatie of dat iemand ergens mee stopt. Hier zijn enkele voorbeelden van idiomen met "sair":

1. Ele quis sair fora daquela confusão. (Hij wilde weg uit die chaos.)
2. Ela saiu fora do relacionamento. (Zij is uit de relatie gestapt.)

Etymologie

De etymologie van "sair" gaat terug tot het Latijnse werkwoord "exire", wat "verlaten" of "naar buiten gaan" betekent.

Synoniemen en Antoniemen

Synoniemen

• Deixar (vertrekken)
• Partir (vertrekken)
• Ir embora (weggaan)

Antoniemen

• Chegar (aankomen)
• Ficar (blijven)