Woordsoort: Werkwoord
Fonetische transcriptie: [ʊˈnʲit͡ɕtɐʐɨtʲ]
Betekenissen en gebruik: "Уничтожить" betekent "vernietigen" in het Nederlands. Het werkwoord wordt regelmatig gebruikt in zowel spreektaal als schrijftaal. Het wordt vaak gebruikt in formele en informele contexten om aan te geven dat iets volledig vernietigd, weggevaagd of geëlimineerd is. Het werkwoord is vrij algemeen in gebruik en wordt regelmatig aangetroffen in nieuwsartikelen, literatuur, gesprekken en andere teksten.
Vervoegingen: || 🇷🇺 | 🇳🇱 || |---|---|---|---| |Tegenwoordige tijd:|уничтожа́ю|ik vernietig| | |уничтожа́ешь|jij vernietigt| | |уничтожа́ет| hij/zij vernietigt| | |уничтожа́ем|wij vernietigen| | |уничтожа́ете|jullie vernietigen| | |уничтожа́ют|zij vernietigen| |Onvoltooid verleden tijd:|уничтожа́л|Ik vernietigde| | |уничтожа́ла|Zij vernietigde| | |уничтожа́ло|Het werd vernietigd| |Onvoltooid verleden toekomende tijd:|буду уничтожа́ть|Ik zal vernietigen| | |будешь уничтожа́ть|Jij zal vernietigen| | |будет уничтожа́ть|Hij/Zij zal vernietigen| | |будем уничтожа́ть|Wij zullen vernietigen| | |будете уничтожа́ть|Jullie zullen vernietigen| | |будут уничтожа́ть|Zij zullen vernietigen|
Voorbeelden: 1. Цель бомбардировки - уничтожить вражеские базы. (Het doel van de bombardementen is om vijandelijke bases te vernietigen.) 2. К сожалению, пожар уничтожил все наши документы. (Helaas heeft de brand al onze documenten vernietigd.)
Idiomatische uitdrukkingen: "Уничтожить" maakt deel uit van verschillende Russische idiomatische uitdrukkingen, waarbij het de betekenis heeft van iets volledig te verwijderen of elimineren. Hier zijn enkele voorbeelden:
Etymologie: Het werkwoord "уничтожить" is een afleiding van het zelfstandig naamwoord "уничтожение", wat "vernietiging" betekent. De basis van het woord is "ничто", wat "niets" betekent en "у-" wordt gebruikt als een voorvoegsel om een actie van het wegnemen van dat "niets" aan te duiden.
Synoniemen en Antoniemen: Synoniemen: verdelgen, elimineren, uitroeien, anéantir, uitwissen Antoniemen: redden, behouden, beschermen, sparen, behoeden